Alles wat je wilt weten over het fenomeen burn-out
Lees dit artikel voor de simpelste versie van burn-out, met meer licht op de symptomen en de definitie, de feiten en de fabels, en de mogelijkheden tot coaching, behandeling en herstel.
Een simpele gids
Ik weet niet hoe jouw ervaring is, maar in mijn eigen ervaring als psycholoog en gewoon als privé-mens is burn-out voor velen een raadsel. Iedereen heeft het - maar niemand weet wat het is. Zelfs huisartsen, psychologen en bedrijfsartsen spreken elkaar nogal eens tegen over wanneer het nu wel of niet om een burn-out gaat en wat je er het beste aan kunt doen om goed te herstellen. Dit artikel maakt dingen niet nodeloos ingewikkeld, maar ouderwets simpel.
Wat is een burn-out?
De Babylonische spraakverwarring gaat niet alleen over wat het is, maar ook hoe je het kunt behandelen en daarbij zijn er ongelofelijk veel belangen en dus gekleurde meningen. Ervaringsdeskundigen kunnen uit eigen ervaring vertellen wat je doormaakt en welke symptomen en verschijnselen er bij burn-out horen - met natuurlijk de suggestie dat het hier om één ziektebeeld gaat met een behoorlijk uniforme verschijningsvorm.
Ben je als opgebrande dertiger, veertiger of vijftiger zoekende naar wat er in vredesnaam met je aan de hand is en wat je ermee moet doen, kan die herkenning weldadig aandoen. En hoe groter de verwarring, hoe meer die ervaring waard wordt. Evenals het statement: het zit niet tussen je oren! Natuurlijk is het fijn om dit op zichzelf niet onwaarachtige statement te horen wanneer je levenslang al bevreesd bent dat de shit van vroeger ooit eens terugkomt.
Maar wat is een burn-out nu echt?
Definities van burn-out
De wetenschappelijke basis van de burn-out is wankel, stelt psychiater Christian Vinkers in zijn boek In de ban van burn-out. Het is slecht meetbaar, niet betrouwbaar te diagnosticeren en er zijn weinig bewezen effectieve behandelingen. Ook gesprekken met collega’s, bedrijfs- en verzekeringsartsen, psychologen en huisartsen leveren de psychiater weinig op. “Mensen zeiden vaak ‘iets van overspannenheid’ maar kwamen allemaal weer met andere verklaringen.”
De meestgebruikte definitie van burn-out is die van Christina Maslach (1981). Zij noemt emotionele uitputting, maar ook depersonalisatie en verminderde persoonlijke bekwaamheid - vaak nog met de gedachte dat die vooral zouden voorkomen in sociale beroepen of in de welzijnssector.
Steffie Desart, Hans De Witte (KU Leuven) en Wilmar Schaufeli (Universiteit Utrecht) hebben een nieuwe en duidelijkere definitie van burn-out opgesteld, waarin de volgende kernsymptomen worden genoemd:
* de fysieke en psychologische uitputting: men voelt zich leeg, men ervaart een gebrek aan energie om de werkdag aan te vatten en men slaagt er niet in zich te ontspannen;
* het cognitief controleverlies: er treden geheugenproblemen, aandachts- en concentratiestoornissen op en men kan niet meer zo helder denken;
* het emotioneel controleverlies: agressief gedrag tegenover de collega's, men gaat tegen hen roepen en furieus reageren;
* de mentale distantie: het mentaal afstand nemen van zijn werk, dat vaak leidt tot onverschilligheid en duidelijk cynisme;
* een somber humeur: men voelt zich gevangen, geremd, nutteloos.
Dezelfde Wilmar Schaufeli benadrukt in zijn artikel in De Psycholoog (vaktijdschrift van het Nederlands Instituut van Psychologen) dat er vooral consensus is dat het om een mentale uitputtingstoestand gaat. De meningsverschillen zitten op de ernst van de klachten en de aard van de klachten. Om goed te bepalen wat burn-out inhoudt moeten we dus ook kijken naar welke symptomen en klachten voorkomen, en hoe de diagnose wordt gesteld.
Veelvoorkomende symptomen bij een burn-out
Welke symptomen kunnen voorkomen bij burn-out? Heel veel! Dit is een stukje van het probleem: mensen herkennen zich buitengewoon snel in een lijstje klachten en symptomen (‘Dat heb ik ook!’), terwijl de functie van goede diagnostiek nu juist is om te achterhalen uit welk klachtenbeeld de symptomen voorkomen. Het onderscheidende vermogen van de diagnostiek noemen we dan differentiaaldiagnostiek.
Het ARBO-portaal spreekt bij burn-out (met of zonder streepje ertussen) over een drietal kenmerken:
(1) emotionele vermoeidheid of uitputting, in combinatie met
(2) afstand nemen van het werk, en/of
(3) weinig vertrouwen (meer) hebben in eigen functioneren.
Het doorgaans betrouwbare platform Thuisarts.nl spreekt van burn-out als je al een half jaar last van ten minste 3 van de volgende spanningsklachten:
- vooral lichamelijke moeheid: een uitgeput gevoel
- geestelijke moeheid: moeite je aandacht erbij te houden (concentreren) en/of dingen te onthouden (geheugen);
- onrustig slapen
- prikkelbaar zijn (snel boos of geïrriteerd)
- niet tegen drukte of lawaai kunnen
- gemakkelijk huilen
- piekeren
- een gejaagd gevoel
Daarbij noemt Thuisarts ook:
- Je kunt de vele uitdagingen in het leven niet meer aan en je voelt je machteloos, alsof je alle grip en controle verliest.
- Het lukt niet meer om je dagelijkse bezigheden goed te blijven doen (werk, studie, thuis).
Ik zou er nog graag bij willen opmerken dat juist omdat burn-out vaak reeds langdurig opbouwt en in veel gevallen impact heeft op al onze subsystemen (lichaam, ziel, geest, mentaal, emotioneel) er ook een grote hoeveelheid atypische klachten valt te noemen. Dit vertroebelt de boel nogal eens, want dat je last hebt van migraine, tinnitus of slaapproblemen wil natuurlijk niet zeggen dat het om een burn-out gaat. Dat ze samen op kunnen gaan: zoveel is duidelijk!
Je kunt in dit verband denken aan:
- Hoofdpijn
- Duizeligheid
- Pijn op de borst
- Hartkloppingen
- Maagklachten of buikpijn
De burn-out diagnose
Een diagnose wordt pas gesteld wanneer er symptomen of ziekteverschijnselen zijn, en die diagnose dient niet om stickertjes te plakken maar om een betere behandeling mogelijk te maken. Je voelt al aan: dat is uitdagend wanneer er geen overeenstemming is over de ziekte zelf.
De huisarts? Die diagnosticeert misschien een burn-out, misschien overspannenheid of misschien zelfs nog de oude maar vertrouwde categorie ‘neurasthenie en surmenage’. De psycholoog? Die hanteert in de regel de DSM-5, het grote handboek met psychiatrische diagnoses. En je raadt het al: daarin is burn-out geenszins te vinden. En de bedrijfsarts? Die moet alle betrokken factoren en ook de belangen van werkgever en werknemer tezamen nog ergens in het oog houden.
Stevige overspannenheid of stressklachten die niet voldoen aan de criteria voor angststoornissen, depressies en andere stemmingsklachten worden al snel toegeschreven aan burn-out. Het onderscheidende beginsel blijft dan dat uitputting de boventoon voert, hoewel angst en somberheid wel degelijk aanwezig kunnen zijn en in zichzelf ook problematische vormen kunnen aannemen.
Bestaat er zoiets als een 'emotionele burnout'?
Vanwege de grote overspoeldheid met allerlei gevoelens wordt ook weleens gevraagd of een emotionele burn-out bestaat.
Welnu, het is geen afzonderlijke diagnose, maar het is een goed idee om eraan te wennen dat overspanning en burn-out niet in je koude kleren gaat zitten en dat het echt niet alleen om stress, vermoeidheid en uitputting gaat. Kortom: je emotionele wereld is over het algemeen zeer betrokken, en het kan voelen alsof alle grond onder je voeten wegzakt.
Als dat niet angstig is.
Burn-out of overspannen?
In de ‘Multidisciplinaire richtlijn overspanning en burn-out’ wordt burn-out opgevat als een vorm van overspannenheid die langer dan zes maanden duurt, waarbij uitputting op de voorgrond staat en het vervullen van de arbeidsrol niet meer mogelijk is. Bij overspannenheid is sprake van tijdelijke en bij burn-out van langdurige arbeidsuitval. Ook thuisarts.nl noemt dat als het leven teveel is je overbelast kunt raken. Bestaan de klachten langer dan een half jaar? En ben je vooral moe en uitgeput? Dan heet het een burn-out. In de volksmond worden beide woorden door elkaar gebruikt.
Burn-out en depressie
Bij depressieve klachten staat somberheid meer voorop, bij burn-out staan vermoeidheid en uitputting op de voorgrond. Maar in de praktijk zijn depressieve mensen ook vaak vermoeid, en komt somberheid veel voor bij burn-out. Het is alleen niet de hoofdmoot van het ziektebeeld. Wilmar Schaufeli concludeert: ‘Alles overziend lijkt het er dus op dat burn-out en depressie sterk overlappen. Deze overlap is zowel in psychometrisch, temporeel als klinisch opzicht echter niet zo sterk dat er van één pot nat gesproken kan worden.’
Burn-out en angst
Angstklachten of angststoornissen vormen een breed spectrum binnen het psychologische werkveld. Een simpel onderscheid kun je maken tussen de meer op één ding gerichte angsten (spinnenfobie, claustrofobie) en angsten die veel breder in je leven opspelen (gegeneraliseerde angststoornis). Het onderscheid ligt evenals bij depressie in wat de hoofdmoot vormt: angst, of uitputting en vermoeidheid.
Burn-out en angst komen samen voor: heb hebben van een burn-out met alle onzekerheden van dien geeft mensen vaak al genoeg controleverlies, angst en onzekerheid. Controleverlies leidt vaak tot angst, zelfs bij mensen die eerder nooit nadrukkelijk last hadden van angstklachten. Ook kan het zijn dat er een bepaalde gelaagdheid in het klachtenbeeld zit: je kunt bijvoorbeeld een burn-out ontwikkelen als gevolg van jarenlang (of zelfs levenslang) overschreeuwen en overcompenseren van hardnekkige angsten - wat vanzelfsprekend tonnen aan energie kost en vroeg of laat een keer moet opbreken.
Soms is een onbehandelde angstklacht een sta-in-de-weg in het herstellen van burn-out: je hebt dan een aantal maanden herstel achter de rug, en de intense angsten maken dat de reguliere herstelroute onvoldoende effect sorteert. Het kan dan nodig zijn om meer gericht psychologisch of psychotherapeutisch werk te gaan doen dan je op het eerste gezicht bij een burn-out zou verwachten.
Wat is een autistische burn-out?
Mensen met autisme hebben in de praktijk regelmatig nog één of meerdere andere diagnoses. Burn-out blijkt volgens hulpverleners vaak voor te komen bij mensen met een autisme spectrumstoornis (ASS), hoewel de meest voorkomende neven-diagnose bij autisme nog steeds een stemmingsstoornis of depressie is.
Soms zorgt de term ‘autistische burn-out’ voor wat begripsverwarring: deze uitdrukking werd aanvankelijk vooral gebruikt door mensen met autisme zelf, om uitdrukking te geven aan hun overprikkeling en uitputting vanwege stressfactoren in het dagelijkse leven. Sinds kort is de term echter ook geaccepteerd in de wetenschappelijke literatuur, met name sinds onderzoek van het Academic Autism Spectrum Partnership in Research and Education (USA).
De conclusie van de onderzoekers luidt: ‘De autistische burn-out is al veel te lang een kwestie van onderbelichte en extreme urgentie. Ik hoop dat ons werk een nieuwe weg opent voor onderzoek naar het begrijpen, verlichten en voorkomen ervan in onze gemeenschap’.
Burn-out en trauma
Hier komt een stukje van ons specialisme om de hoek kijken. Burn-out blijkt in de praktijk namelijk nogal eens een totaal vastlopen waarbij een stukje emotionele context boven water komt. Lees: onverwerkte emotionele shit, traumasporen en emotionele blokkades die niet langer te onderdrukken zijn en die tot een climax of crash leiden. Die crash is natuurlijk ongewenst, maar het reikt ook een mogelijkheid aan om toch tot verwerking en persoonlijke transformatie te komen.
Je moet hierbij dus niet denken aan trauma als in ‘PTSS’ (Posttraumatische stress-stoornis), want dan was het in veel gevallen al eerder opgevallen. Juist de chronische traumagerelateerde klachten, emotionele verwaarlozing en jeugdtrauma's waar je levenslang mee rondloopt kunnen gedurende burn-out een belangrijke en bepalende rol spelen. Dat geldt niet alleen in uitlokkende zin, maar ook als het gaat om het invullen van begeleiding en behandeling. Spelen traumasporen een grote rol, begrijp je ongetwijfeld dat sporten, uitrusten of rustig aan weer re-integreren niks doen met het onderliggende probleem. Er moet dan behalve aan de belastbaarheid en het herstel van het totale systeem ook aan de emotionele historiek worden gewerkt die in het lichaam ligt opgeslagen.
Vaak ligt hier een enorme kans en is er groot ontwikkelingsperspectief te winnen. Lees daarvoor bijvoorbeeld ons e-book ‘How to turn lifelong struggles into leadership superpowers’.
Oorzaken en risicofactoren
Hoe ontstaat burn-out?
Je voelt wel aan: als niet eens volledig duidelijk is wat burn-out nu eigenlijk is, dan is het nog eens extra lastig om iets zinnigs te zeggen over de oorzaken en risicofactoren. Natuurlijk kun je op boerenverstand denken: te hard werken, te weinig rust en te weinig balans. Straks gaan we echter zien dat er talloze fabeltjes de ronde doen, die op zijn minst vragen dat we achter dit soort gezond-verstand-diagnostiek wat vraagtekens zetten.
Thuisarts.nl noemt met name life events: het ernstig ziek worden van een naaste, een verhuizing, een nieuwe baan, trouwen, het krijgen van een kind. Met de toevoeging: ‘Soms gebeurt er te veel in een korte tijd. Het kost inspanning en tijd om de gebeurtenissen te verwerken en u aan te passen aan de veranderingen. Als dat niet goed lukt, kunt u overspannen raken.’
Is burn-out biologisch bepaald?
Praten over het biologische karakter van burn-out heeft alles te maken met de erkenning: pas wanneer er objectieve lichamelijke kenmerken zijn te vinden, bestaat het echt! Dit is in mijn ogen een belangrijke uitloper van het medische denken. Je ziet dit ook terug in uitspraken als: ‘Het zit in je brein’, of ‘Het is allemaal hormonaal’. Velen zijn ervan overtuigd dat er bij burn-out sprake is van een verstoring van het normale biologische evenwicht. Er is niet alleen iets psychisch (‘tussen de oren’) maar ook iets lichamelijks aan de hand.
Klopt dat eigenlijk wel? Er zijn in onderzoek inderdaad aanwijzingen te vinden voor een verhoogd risico op hart- en vaatziekten bij burn-out, alsmede een verhoogd risico op luchtweginfecties. Ook werd in onderzoeken van ongeveer tien jaar geleden verminderde activiteit in specifieke hersengebieden gevonden, met name de gebieden die met empathische vermogens of bepaalde cognitieve functies te maken hebben. Kunnen we daar wat mee? Het is de vraag. In al deze onderzoeken is de kip-en-ei-vraag namelijk onbeantwoord: is de burn-out de oorzaak of het gevolg?
Is burn-out werkgerelateerd?
Het antwoord is ja: burn-out is per definitie werkgerelateerd, al haast ik me te zeggen dat dit wel wat is opgerekt de laatste jaren. Burn-out wordt namelijk ook onderzocht bij scholieren, studenten en sporters. Dit klinkt niet als ‘werk’ in economische zin, maar in psychologische zin vallen hun activiteiten natuurlijk wel onder ‘werk’.
Christina Maslach stuurde in haar denken over burn-out nogal aan op de sociale beroepen: zorg, onderwijs en welzijnssector. Mede omdat ook de Maslach Burn-out Inventory (MBI) als meetinstrument lange tijd bepalend is geweest in het werkveld, is deze gedachte er nogal diep in gaan zitten. Natuurlijk weten we dat ook in technische beroepen en kantoorfuncties (vergeet de vele ambtenaren bij burgerlijke gemeenten, overheid en Belastingdienst niet!) veel sprake is van overbelasting en burn-out klachten.
In de praktijk hoeft de werksituatie zeker niet de uitlokkende of oorzakelijke factor te zijn bij een burn-out. De werksituatie speelt echter wel vaak een grote rol, en het klachtenbeeld van burn-out an sich houdt in dat ook de sociale rol en de competentiebeleving op werk in belangrijke mate uit balans zijn.
Burn-out en persoonlijkheid
Natuurlijk kun je het ook simpel maken: mensen die opgebrand raken vanwege hun perfectionisme of pleasende gedrag, hebben dit patroon meestal niet op werk aangeleerd. In de regel is er een patroon dat in het persoonlijke leven al gesetteld is, en dat in verschillende manifestaties van het volwassen leven tot uiting komt: in relaties, vriendschappen en ook op de werkvloer. De simpele logica laat vaak zien dat mensen een omgeving (en dus ook een werkomgeving) uitkiezen die onbewust past bij hun ‘life scripts’: een veeleisende en competitieve omgeving kies je niet voor niets uit, een werkomgeving waarin leiderschap vooral op angst en grenzen overschrijden is gebaseerd evenmin.
Buiten de vele modellen voor persoonlijkheidskenmerken en persoonlijkheidsstoornissen is er altijd nog de bekende Big Five: de indeling van de menselijke persoonlijkheidstrekken in vijf basale tinten. Hiervan laat wetenschappelijk onderzoek zien dat met name neuroticisme samenhangt met burn-out: emotioneel minder stabiele personen lopen meer risico op burn-outklachten. Maar dat geldt ook voor allerlei andere problematiek zoals verslaving, psychosen, emotionele •stoornissen en medisch onverklaarbare symptomen.
Een echte verklaring geeft dat ‘neuroticisme’ echter niet: feitelijk is het een term voor de mate van ervaren stress over een langere periode, waardoor het eigenlijk meer dubbelop is dan dat het echt iets verklarende toevoegt.
Burn-out op maatschappelijk niveau
Je kunt nogal eens horen dat burn-out ook aan onze maatschappij, de ratrace en ons systeem wordt gekoppeld. Dat is in mijn ogen een interessante en hoogst noodzakelijke invalshoek, hoewel Schaufeli benadrukt dat - anders dan de media ons doen willen geloven - burn-out niet spectaculair is toegenomen. Sterker nog: de afgelopen twintig jaar is het aantal mensen met uitputtingsklachten min of meer constant gebleven (al valt er de afgelopen jaren wel een lichte stijging van te bespeuren, vooral bij vrouwen)
We kunnen ook geen harde conclusies trekken over de verhouding tussen Nederland en andere landen. Het valt wel met zekerheid te stellen dat in Nederland uitputtingsklachten vaker voorkomen bij werknemers die hun loopbaan aan het opbouwen of juist aan het afbouwen zijn, en verder bij allochtonen, hoger opgeleiden, uitzendkrachten, en bij diegenen die in het onderwijs werkzaam zijn.
Aantoonbaar of niet: valt er iets te zeggen voor een maatschappelijk perspectief bij burn-out? Ik denk het wel, maar dan op een meer fijnzinnige manier dan alleen maar het stress-model, en meer denkend vanuit de grote veranderingen die we met de mensheid als geheel facen. Ik heb geen behoefte om dubbel werk te doen, dus in dit verband verwijs ik graag naar de artikelen van collega-psychologe Jentien Keijzer. Zij publiceerde een aantal goed ontvangen artikelen over burn-out, juist geplaatst in een breder ontwikkelingsperspectief.
Is er een burnout-test of zelftest?
Er zijn legio burn-out zelftesten op het internet te vinden. Deze kunnen je bevestigen in de hoeveelheid klachten en symptomen die je ervaart, maar zijn om het in testtermen uit te drukken vaak te weinig selectief: ze sluiten je wel IN, maar als het geen burn-out is sluiten ze je niet UIT. Dit is een beetje het universele probleem met burn-out en HSP-zelftesten op het internet.
Onthoud verder dat het belangrijk is om onderscheid te maken tussen burn-outklachten en een burn-outdiagnose. Voor een klachtenmeting kan een vragenlijst worden gebruikt, voor een diagnose is een diagnostisch interview nodig. Allebei brengen ze echter de nodige uitdagingen met zich mee. Schaufeli beschrijft dat burn-out klachten weliswaar met een vragenlijst kunnen worden gemeten, maar dat de ernst van de klachten niet goed te meten is omdat referentiewaarden ontbreken. Er bestaan richtlijnen voor een diagnostisch interview, en bedrijfsartsen worden geacht deze te gebruiken en burn-out als beroepsziekte te melden. Niet alle gevallen van burn-out komen echter bij de bedrijfsarts terecht en het is de vraag hoe consequent bedrijfsartsen burn-out melden.
Beschikbare testen bij overspanning en burn-out
De Burnout Assessment Tool (BAT-23 of BAT-12) vormt een gunstige uitzondering op deze misere: deze biedt een oplossing voor heel veel uitdagingen in het vaststellen van een burn-out. Ook is er de Nederlandse versie van de Maslach Burnout Inventory (MBI): de Utrechtse Burn-out Schaal (UBOS). Deze wordt veel gebruikt, maar de normen en afkoopwaarden zijn volgens test-richtlijnen (COTAN) verouderd.
Een eerste inschatting kan ook uitstekend worden geleverd door de Vierdimensionale Klachtenlijst (4DKL), een instrument dat zowel bekend is bij huisartsen als bij bedrijfsartsen. Dit kan de communicatie ongelofelijk vergemakkelijken en dat is natuurlijk al fijn op zichzelf. De 4DKL maakt geen onderscheid tussen overspanning en burn-out, maar filtert wel goed uit of we te maken hebben met angst, depressie, lichamelijke klachten of stressgerelateerde klachten. Dit onderscheid is van cruciaal belang om een goede keuze voor behandeling te kunnen maken.
Herstellen van burn-out
Hoe lang duurt een burn-out?
Uit een qua langdurigheid uniek onderzoek onder ruim 12.000 Nederlandse werknemers (ze werden maar liefst 4,5 jaar gevolgd) bleek dat burn-out klachten gemiddeld 2,5 jaar aanhouden (Kant et al., 2004). Er werd daarbij trouwens geen onderscheid gemaakt tussen spontaan herstel en een eventueel e•ffect van interventies en behandelingen. Ook ging het bij dit onderzoek niet alleen om de uitputtingsklachten, maar ook om mentale distantie en verminderde competentie (zie ‘Definitie’ voor verheldering).
In de praktijk zien wij vaak dat de klachten drie maanden tot een half jaar zo beperkend zijn dat deelname aan het normale arbeidsproces praktisch onmogelijk is. Tel daarbij op dat je mensen niet in een aquarium kunt zetten maar dat ze nog tal van interacties hebben met het ritme van huisarts, bedrijfsarts en eventuele behandelaars, dat het thuisfront ook een rol speelt in de interactie en dat er in tijden van crisis vaak allerlei balletjes gaan rollen.
Ook is belangrijk om te noemen dat een stevige burn-out vaak een heroriëntatie op je leven en je carrière met zich meebrengt. Eventuele veranderingen en stappen die daaruit voortvloeien, vragen ook tijd om uit te rollen en effect te sorteren.
Wat is een verwaarloosde burn-out?
Doe je niks met je dreigende burn-out? Dan spreken we wel van een verwaarloosde burn-out. Een verwaarloosde burn-out kan grote gevolgen hebben: hoe slechter jij luistert naar je lijf, hoe sterker deze boodschap wordt. Volgens Willem van Rhenen (Arboned-bedrijfsarts) vertelt op BNR Nieuwsradio zelfs dat ongeveer 10% van de mensen overspannen of met een burn-out op de werkvloer rondloopt. Signalen worden verwaarloosd door mensen zelf, maar ook leidinggevenden pikken de beginnende signalen lang niet altijd op. Tot dat niemand er meer om heen kan. Maar dan is het te laat.
Behandeling, coaching en begeleiding
Soorten interventies bij burn-out
Het kan je niet ontgaan zijn dat er een enorme burn-out industrie is ontstaan. Om een beetje orde in de chaos te creëren zou je kunnen samenvatten dat de interventies zich richten op 3 verschillende niveaus:
- Individueel
- Team
- Organisatie
Deze drieslag is niet uniek aan burn-out: ook in leiderschapscoaching worden deze 3 niveaus getarget, zodat de resultaten zich goed verspreiden doorheen de organisatie. In de praktijk blijkt dat de meeste interventies zich op het individuele vlak richten: persoonlijke coaching en begeleiding dus. Dit is waarschijnlijk ingegeven door het feit dat ingrijpen in werkprocessen en organisatiefactoren veel ingewikkelder is om goed op poten te zetten, en omdat het brandpunt van de klacht zich bij burn-out op het individuele vlak manifesteert.
En eerlijk gezegd: wanneer mensen bij bosjes omvallen en er meerdere burn-outs in een organisatie tegelijk komen, zegt dat voor een buitenstaander natuurlijk van alles over het werkklimaat maar de organisatie zelf is niet voor niets zo ongezond geworden. Het bewustzijn en de bereidheid om zich in zo’n situatie structureel onder de loep te laten nemen door een gespecialiseerde consultant of organisatieadviseur ontbreekt nogal eens.
Soorten hulpverleners bij burn-out
De interventies bij burn-out vinden plaats in de huisartsenzorg, de geestelijke gezondheidszorg (GGZ) en in de vrije markt voor therapieën, coaching en sportbeoefening. Ik geef je hieronder een overzicht welke hulpverleners je zoal kunt tegenkomen en wat de diverse pros en cons kunnen zijn.
De huisarts (en POH-GGZ)
Vaak is de huisarts eerste aanspreekpunt bij overspanning en burn-out. Logisch, want hij of zij kan je algehele gezondheidstoestand goed overzien en kent vaak ook je persoon, je achtergrond en een stukje geschiedenis. De gemiddelde psycholoog waarnaar je wordt verwezen moet dit allemaal in 1 of 2 intakegesprekken nog gaan uitzoeken. Sinds enige jaren is de Praktijkondersteuning GGZ (POH-GGZ) in de huisartsenpraktijk onmisbaar, in de regel een maatschappelijk werker of psychiatrisch geschoold verpleegkundige die de huisarts kan ondersteunen bij de begeleiding van alles wat enigszins raakt aan ‘psyche’.
De locale situatie is hierin bepalend: soms tref je een ervaren psycholoog of sociaal-psychiatrisch verpleegkundige, soms tref je iemand die duidelijk weinig zelfstandige behandelervaring heeft. De context verschilt ook nogal: een paar gesprekjes van 20 of 30 minuten, of een volledige begeleiding die maandenlang kan duren en psychologische verwijzing vrijwel onnodig maakt. Dit laatste is echter wat zeldzamer: vaak is na verloop van tijd meer nodig.
De psycholoog
De huisarts of praktijkondersteuner kan je naar aanleiding van het gesprek verwijzen naar een psycholoog, veelal werkzaam bij een bedrijfs-psychologisch centrum (soms ook geregeld door de bedrijfsarts) of - in de meeste gevallen - een gezondheidszorgpsycholoog (GZ-psycholoog) in de zogenaamde Basis-GGZ. Dit is, met alle respect, kortdurend en protocollair behandelen, puur gericht op symptoomreductie. Er zijn geweldige collega’s en je kunt zeker meer treffen dan dat, maar ga er niet op voorhand vanuit. Er is veel kookboek-therapie, mede onder invloed van zorgverzekeraars.
Omdat er zoveel wordt gewerkt met cognitieve gedragstherapie (CGT) kan het nodig zijn om psychologisch werk aan te vullen met iets fysieks: sport, lichaamsgerichte therapie, adem-coaching of yoga bijvoorbeeld.
De psychotherapeut
Psychotherapeuten zijn een uitstervend ras. Het oude vertrouwende beeld van ‘lullen op de sofa’ is allang te duur geworden in de verzekerde zorg anno 2023, en je zult psychotherapeuten OF aantreffen in ggz-instellingen OF in een vrije praktijk met een onmogelijk lange wachttijd. De psychotherapeut richt zich op het behandelen van mensen met ingewikkelde problemen. De psychotherapeut maakt deels gebruik van dezelfde behandelmethode als de psycholoog. Het verschil zit in de aanpak, de intensiteit en de duur van de behandeling. Op zichzelf hoort burn-out dus niet thuis bij een psychotherapeut, maar de eraan verbonden emotionele thematiek kan toch maken dat psychotherapeutische behandeling noodzakelijk is.
De psychiater
Psychiaters zijn nog relatief weinig als vrijgevestigde werkzaam en voeren vaak de troepen aan in de grote ggz-instellingen. Simpele en overzichtelijke medicatie-vraagstukken bij burn-out zullen dus in de praktijk vaak door de huisarts worden aangepakt - die uitstekend in staat is om zo nodig te werken met slaapmedicatie, kalmeringsmiddelen en antidepressiva. Is meer psychiatrisch onderzoek naar onderliggende klachten nodig of vraagt het medicatie-beleid om specifieke expertise, kan de hulp van een psychiater worden ingeroepen. De kans dat je met een burn-out bij de psychiater terechtkomt, is dus relatief klein.
De lichaamsgerichte therapeut
Er is een categorie hulpverleners die specifiek mensen helpt om weer in contact te komen met hun lichaam. Je kunt denken aan de haptonoom of (GZ-)haptotherapeut, maar ook aan een Rebalancer of Shiatsu-therapeut. De basisgedachte van lichaamsgerichte therapieën is vaak dat mensen vaak in hun hoofd komen te zitten, heel veel nadenken en het contact met hun gevoelswereld kwijtraken. Dit is bij burn-out vanzelfsprekend één van de allergrootste factoren waarom het mis gaat. Lichaamsgerichte therapieën kunnen grote meerwaarde hebben als je je grenzen weer wilt leren voelen en de relatie met je lichaam wilt herstellen. Een veelgehoorde klacht is immers dat ‘mijn lichaam me in de steek laat’. Ook leidt lichaamswerk vaak automatisch tot een ontdekking van wat er emotioneel aan spanningen in het lijf ligt opgeslagen. Lichaamsgericht werk is - evenals Brainspotting - van grote waarde als je niet goed over je probleem kunt praten, of simpelweg weinig heil ziet in gesprekstherapie.
De alternatieve therapeut
Ik gebruik deze benaming om me te richten op een categorie hulpverleners die vaak meer holistisch in de wedstrijd zit, en dus qua approach vaak goed het totaalplaatje kan overzien. Keerzijde kan zijn dat de gebruikte methodieken minder duidelijk zijn om als cliënt te doorgronden, en dat de achterliggende verklaringsmodellen in veel gevallen niet makkelijk wetenschappelijk te valideren zijn. Een huisarts of psychiater zal niet snel naar een mesoloog, kinesioloog of acupuncturist verwijzen, toch hebben al deze professionals al jarenlang meer dan genoeg werk - en dat is niet omdat het gratis is, omdat het niets doet of omdat heel Nederland in illusies gelooft.
Ik vind het persoonlijk noodzakelijk maar ook bewonderenswaardig wanneer professionals uit het reguliere en medische circuit in wederzijds respect en stukje vertaalslag naar elkaar kunnen maken. Dit kan verrijkend zijn vanuit professioneel opzicht, maar ook voorkomen dat de cliënt tussen twee vuren komt te zitten.
De burn-out coach
Burn-out coaches zijn ontelbaar: soms met een coach-opleiding, soms met veel ervaringsdeskundigheid en soms met een specifieke werkwijze of methode. Omdat er zoveel in de markt is, is het ondoenlijk om iedereen recht te doen en te bepalen of iets goed is of niet. Er is ongetwijfeld veel goeds, want als je een business kunt runnen in de vrije markt, moet er markt voor zijn. De rode en oranje vlaggen zou ik persoonlijk vooral zien bij een aantoonbaar gebrek aan ervaring en opleiding, een zeer stellige en eenzijdige propositie of stellingname (hoe meer ervaring je krijgt in mensenwerk, hoe meer de methodiek relativeert) en een duidelijk persoonlijk belang in de samenwerking (een overmatig commerciële insteek, klanten en ingangen bij opdrachtgevers nodig hebben).
"Pak je dit crisis-perspectief bij burn-out onvoldoende, is de kans groot dat je de lessen niet leert en de herkomst niet begrijpt. De rook is wel bestreden, maar het brandje smeult voort."
Ervaringen met burn-out
Vanuit mijn jarenlange praktijkervaring wil ik tenslotte graag wat licht werpen op het begrijpen van burn-out en overspannenheid. Ik bedoel trouwens professionele praktijkervaring, want tot op heden ben ik nooit opgebrand geraakt.
Ik zie burn-out gezien de breedte van het klachtenbeeld en de functie die het in een mensenleven meestal vervult als een beeld van persoonlijke crisis. Er is een disbalans of een conflict, je hebt het niet door, en het komt op een zeker moment in je leven tot uiting. En hoe kan dat krachtiger en meer onmiskenbaar naar boven komen dan juist in een totale crash van lichaam en geest.
Een crisis vindt altijd plaats in een bepaalde gevestigde orde, of in een bepaald systeem (dat is in maatschappij en economie niet anders). De bestaande orde wordt met kracht uitgedaagd of omgeschopt, zodat vernieuwing en transformatie noodzakelijk wordt. Een crisis heeft echter ook altijd een herkomst in krachtenvelden: het komt niet uit de lucht vallen. En het is bepaald geen nieuwe gedachte om ook de mens als systeem te benaderen, waarin verschillende functies op onnavolgbare wijze samenkomen en samenwerken.
Restklachten en niet-herstelde burn-out
Pak je dit crisis-perspectief bij burn-out onvoldoende, is de kans groot dat je de lessen niet leert en de herkomst niet begrijpt. De rook is wel bestreden, maar het brandje smeult voort. Nog steeds zie ik dat mensen vaak maar wat aanmodderen: ze nemen wel een paar maanden rust maar herstellen niet echt, wachten tot het weer een beetje gaat, komen er nooit achter wat er nu precies aan de hand was en houden maanden tot zelfs jarenlang de krassen en de restverschijnselen over.
Belangrijker nog: de burn-out was dan vooral een onderbreking of discontinuïteit in hun leven maar heeft veel te weinig echte verandering gebracht. Behalve misschien het besef van feilbaarheid en kwetsbaarheid, of de angst het nog eens te kunnen krijgen. De oorzaken en in stand houdende factoren persoonlijk en in werk of organisatie blijven feitelijk ongezien. Soms zien we dat mensen het hele cirkeltje een paar jaar later nog eens over doen.
Ik ga je hierbij wat adviezen geven om anders naar een burn-out te kijken dan je wellicht tot nu toe deed.
Verander je mindset over burn-out
Met een goede, stevige en integrale aanpak kan een burn-out een genadige interventie in je leven zijn, waar je absoluut een beter mens van wordt! Dat gun ik jou ook - en iedereen die hiermee kampt. Het groeipotentieel is enorm. Ik ben normaal gesproken niet zo van de mindsets, maar in dit geval ga ik je toch 3 mindset-shifts aanreiken, die dit groeipotentieel veel meer binnen handbereik brengen - en waar ik het in de praktijk vaak zie misgaan.
#1 - STOP met kwantitatief denken over burn-out (teveel stress, te weinig ontspanning). Negen van de tien keer gaat het niet om te hard werken of te weinig ontspannen, maar om onopgeloste innerlijke conflicten en onverwerkte persoonlijke shit die onder de waterspiegel zit. De burn-out dwingt het boven water (en natuurlijk gaat dat met klachten en symptomen gepaard).
#2 - STOP met of/of denken: laat de hele discussie of het psychisch, fysiek of werk-gerelateerd los. Sta open voor de mogelijkheid dat het en/en is: elke serieuze gezondheidsklacht heeft een lichamelijke en geestelijke component en persoonlijke thematiek komt ook in je werk naar voren. Een burn-out is voor het lichaam vaak een systemisch probleem: het hele systeem is in beroering en uit balans.
#3 - STOP te denken in termen van 'ervan af komen'. De burn-out herstelt het evenwicht in je leven en in je ecosysteem, door jou te dwingen onder ogen te komen wat je jarenlang niet gezien hebt of niet hebt willen zien. Misschien moet je wat heel anders gaan doen, ben je leeggelopen op je leven of komt er ruimte voor een enorme stap in je innerlijke ontwikkeling.
Crisis geeft altijd wrijving, en wrijving geeft warmte, groei en expansie!
Onze coaching bij burn-out
Heb je interesse om met ons te werken? Dan zal ik het simpel houden: wij zijn geen burn-out specialisten, maar wel specialisten op het snijvlak van psyche, leiderschap en ondernemerschap.
Onze ervaring? Om en nabij de 20.000 sessies ervaring met holistisch psychologisch werk, 15.000+ sessies Brainspotting en ervaring met burn-out in praktisch alle sectoren en op alle niveaus (werkvloer tot C-level en topsport).
Ben je op zoek naar een krachtige en diepgaande aanpak, die ook voldoende follow-up biedt en je persoonlijke en zakelijke omgeving goed bij je herstelproces weet te betrekken? Dan kunnen onze coachingstrajecten interessant voor jou zijn, zeker gezien de grote mate van persoonlijke ontwikkeling en het gebruik van unieke methodieken als Brainspotting en RTT.
Over de auteur
Dirk Jan Versluis (MM, MSc) is NIP-geregistreerd psycholoog, coach en internationaal gecertificeerd Brainspotting Practitioner. Samen met zijn echtgenote werkt hij met de doelgroep van ondernemers en zakenmensen die op persoonlijk vlak vastlopen vanwege trauma, gebrokenheid en destructieve patronen.
De methode die zij daarvoor ontwikkelden, Triunify®, onderscheidt zich door de krachtige en diepgaande aanpak waarin persoonlijke en zakelijke ontwikkeling in één totaalplaatje wordt geïntegreerd.Heb je interesse om met ons te werken?
Geef je dan op voor een kosteloos strategiegesprek.
Wil je meer weten over onze visie en werkwijze?
Bekijk dan het onderstaande introductiefilmpje met meer informatie over ons werk met leiders en ondernemers, specifiek op het gebied van trauma, leiderschap en persoonlijke ontwikkeling.