Hoogbegaafdheid is niet zo simpel als het lijkt: juist bij volwassenen is er vaak een langdurige achtergrond van onbegrepenheid, onderpresteren, een gebrekkige regulatie van het zelf en schade door langdurige zelfaanpassing.
In tien van de tien gevallen is er sprake van ongezien potentieel en in negen van de tien gevallen van allerlei subtiele mechanismen die dit proberen te verdoezelen. De meeste coaches prikken daar niet doorheen.
Het is belangrijk dat je niet eeuwig in je hoofd blijft zitten, want dat is vaak een overlevingsmechanisme geworden.
Cognitieve therapie schiet daarom vaak tekort, omdat het de lagere mentale processen betreft maar niet echt uitnodigt om te openen tot de echte grenzen van intellect en bewustzijn.
Essentieel is ook dat je gezien en getriggerd wordt om niet weg te komen met de helft, of met tachtig procent (ook al heeft het gros van de mensen dat niet door).
Hierin geldt: de levenspartner weet vaak heel goed hoe het bij manlief of bij vrouwlief werkt.
Wij hebben goede ervaringen met Brainspotting en andere open, creatieve therapiemodellen omdat het hoogbegaafden helpt om buiten de box te blijven (of te komen).
Er wordt vaak meteen naar het totale IQ gekeken om hoogbegaafdheid te bewijzen. Vervolgens is voor basisschoolkinderen de sociaal-emotionele ontwikkeling een belangrijk aandachtspunt (en dat is op zichzelf al een heel verschil met 30 jaar geleden).
Wij zien hoogbegaafdheid als een manifestatie van een krachtig bewustzijn (wat je vooral niet teveel moet framen als alleen 'intelligentie').
Bij hoogbegaafde volwassenen is het sociaal-emotionele aspect nog steeds belangrijk, maar ook de therapeutische aandacht voor de innerlijke kindjes en het scherp coachen op de vele manifestaties van onderpresteren en over-aangepastheid.